Bijna anderhalf jaar is het nu.
Morgen dodenherdenking.
Elk jaar ging ik, of later Emma naar haar toe en zaten we samen op de bank te wenen bij de tv met een vreemde slagroomsoes alvast voor bevrijdingsdag.
Zij ging, zolang het kon, met haar broer Jan naar de graven van haar ouders en broers in Assen.
Die moesten er mooi uitzien.
Want ook daar was er elk jaar een eredienst voor verzetshelden en oorlogsslachtoffers.
Toevallig ligt zij nu aan de rand van het ereveld.
Dus ook daar zou normaliter een eredienst zijn en een droevig dweilorkest spelen.
Mooi moet het wezen dus.
En dat is het.
Het is een waar 'hemeltuintje'.
Met in het midden de roze wilde hyacinten uit Burgh Haamstede die oom Jan ooit voor haar meenam en ik weer uit haar tuin groef en op haar graf zette.
En verder bloeiende vergeetmenieten, maagdenpalm, bosviooltjes, blauwe druifjes in een bed van wilde Klimop. Een klein roestig hartvormig drinkbakje voor de vogels en een lantaarntje. Bankje erbij.
En net toen ik haar steen aan het poetsen was met warm groenezeepwater hoorde ik de jnge vogels piepen.
Wat een cadeau!
Ze is niet echt weg.
Ze is in mij en mijn kinderen.
Hoe vaak ik niet denk, dit is ze.
Als ik met te veel bloemen in mijn auto thuiskom, als ik loop te zingen in huis, als ik enorm overdrijf of eindeloos filosofeer.
Als ik een toastje met boursin smeer. Als ik overgevoelig ben. Als ik een zakdoek in mijn stoel prop. Als ik fantaseer, als ik kaarsen brand, als ik lief ben of kwaadaardige grappen maak. Als ik geniet van mijn berk en als ik dankbaar ben en dat te vaak benoem.
En als ik geniet! Van alles wat een ander niet ziet.