Een statige trotse lieve oma. Zo een die een prachtige glanzende zilvergrijze knot had. Die ze elke dag doorkamde met Berken haarwater en met zware spelden vastzette. Een jurk met een riempje boven de buik in allerlei bloemetjesmotieven. Zware schoenen er onder.
Ze had een zwak maar ook een groot hart. Dat haar man en twee jongste zoons net voor de bevrijding gefusilleerd werden is ze nooit te boven gekomen. Er schuilde een groot stil verdriet in haar.
Ik herinner me haar huis aan de Linthorsthomanstraat in Assen. Met een zwarte granieten wasbak, waar ik in mocht badderen, een groene strakke bank ( ze was enorm modern), bijzondere keramieken objecten, een ouderwetse transistorradio waar ze elk uur het nieuws luisterde, hagelslag in een sierpotje met een lepeltje ( heel bijzonder vond ik dat), een constante lucht van boenwas en groene zeep, het amandelbloesemboompje van 'van Gogh' in haar woonkamer boven het buffet, de ingelijste foto van koningin Wilhelmina, in het wit, die op de herdenking van haar man en zoons kwam, en een groene groene tuin!
Eens in twee maanden reisden mijn moeder en ik naar Assen met de trein en logeerden we daar. En soms kwam ze bij ons aan de fazantlaan logeren. Hele dagen zat ze in de tuin onder de parasol te lezen en te genieten. Ze rommelde wat in de tuin en het kasje daar. En schreef.
Ook ging ze mee op vakantie met mijn moeder en mij.
Er waren geen opa's, vaders en echtgenoten in ons leven. We waren met ons drieën. Zo voelde het.
Op een gegeven moment ging ze naar het bejaardenhuis. Dat vond ze gezellig. Het eten werd bezorgd in een metalen pannensetje met warme appelmoes en een verkleurde kers er in. Al haar vertrouwde spullen om haar heen. Daar woonde ze een poosje met veel genoegen.
En schreef nog tot de laatste dag in haar dagboek.
Met hele kleine kriebelige letters.
'Ineens' overleed ze. 'S nachts in haar slaap. Ik mocht niet mee naar de begrafenis. Ik was te jong.
Elk jaar op haar verjaardag bracht ik mijn moeder een boeketje. En hadden we het over haar.
En eens in het jaar reisden we naar de begraafplaats in Assen en poetsten we de graven. Daar ligt ze bij haar man en zoons.
Uiteindelijk weer samen.