zondag 16 september 2012

Plantage



De Plantage, mijn eerste en enige appartementje ooit in het centrum, vóór mij het park en het Wolderwijd, waar de zwanen altijd zongen en achter mij het bruisende gezellige centrum. Wat was het leuk! (al had ik ook dagen dat ik kruipend naar huis terug wilde). Een huis vol leuke mensen. Op mijn gang boven Daan en Henk, 2 jonge agrariers. Aart, een student en Herman, een lieve alcoholist, die op mijn laatse kerst daar bijna het hele huis deed affikken en nog dagen met roet in zijn snor over de gang liep. Ik was het enige meisje en zo groen als gras, net aan mijn verpleegstersopleiding begonnen. Elke dag at ik brood met kruidenboter en oude kaas 's avonds een biefstukje met salade. Slank als een den. Dat ging snel over toen ik Peter leerde kennen. Die maakte er een gewoonte van om elke avond omringd door lekkers "North and South" te kijken.  Het avondeten wisselde we toen wel af met kaasfondue, bij voorkeur ook in bed. Hij huurde in eerste instantie nog een piepkleine kamer, met als enige verwarming zijn tostiijzer, opengeklapt aan zijn voeten onder zijn buro, wel met gigantisch dakterras op de stadsmuur aan het Wolderwijd en een zachtgroen zitbadje bij Adam, de turkse shoarmatent, ook in het centrum. Wat een leventje... Al heel snel konden we het heel erg knusse nummer 18 huren (van dezelfde huurder en naast mijn kamer)  Na 2 jaar opknappen en klussen werd dat ons eerste samen-huis. We zijn er getrouwd, hebben de kinderen daar gekregen en hebben het er ondanks het eeuwige geklus heerlijk gehad. Ruim 20 jaar gewoond en toen werd het tijd voor groter en nieuwer en vooral voor méér tuin en minder klussen, kippen, honden en poezen en nu wonen we alweer 7 jaar in een buitenwijk. Ook heerlijk!