zondag 31 maart 2019

Genieten






Vandaag zou ze 85 zijn geworden.

Als ik aan haar denk, denk ik aan hoe ze met haar gebloemde schort voor, op de middag voor haar verjaardag een halve citroen vulde met kruidnagels, om die dan laten koken in een half steelpannetje water. Voor in haar zelfgemaakte bowl. En dat ze dan de volgende dag met een blozend gezicht tussen alle visite, stiekem lichtelijk vermoeid mij zat te knipogen. En genoot van alle warme aandacht.

En aan hoe ze toch kon genieten van 'petit fourtjes' van Zuidam,  de rijkelijk bloeiende blauwe regen, aan het moment dat we in Haamstede na een hoge klim eindelijk de zee zagen waar ze eindeloos schelpen zocht. En hoe blij ze was met een kikker in haar vijver, en een doorzichtig rood kersenbonbonpapiertje.( Ik vond een heel stapeltje met een knijper samengehouden. Goud waard)
Ik werd er ook wel eens moe van hoe zij genoot. Was ik met haar weg, naar de zoveelste kwekerij of tuincentrum, dan zei ze standaard om het kwartier, "wat een heerlijke ochtend hebben wij weer samen". En "wat heb ik het toch goed".
Ik zie haar nog zo zitten, afgelopen zomer, op de oude boomstam met onze jonge kippen op schoot. Wat een feest.

Niet te bevatten dat ze weg is.
Maar ik moet dankbaar zijn dat ze mijn moeder was en proberen net zo te genieten van dingen als zij deed.
Ik was al aardig op weg.
Nu even doorzetten.

Vandaag nemen wij een 'petit fourtje' en vieren dat het zo fijn en goed was met haar.








vrijdag 15 maart 2019

Bloesem


Ik kende de dood niet.
Niet van zo dichtbij.
Sinds de winter van vorig jaar wel. Totaal onverwachts ging Onno. Heel kort daarna Michel. Twee lieve dierbare vrienden.
En toen als afschuwelijke finale en ook heel onverwachts mijn moeder. Nog steeds nauwelijks te bevatten.
En de tijd sluipt maar door en de seizoenen wisselen gewoon.
Ik wacht op de bloesem.
Maar echt tot volle bloei komt het niet meer. Echt niet.
Ik functioneer redelijk. Op een enkele uitschieter na.
Een kort lontje had ik toch al en de tranen vloeiden ook makkelijk.
Maar nu is er werkelijk geen plek meer waar ik nog niet gehuild heb.
"Die huilende rossige vrouw" ben ik geworden.
Want ik zie en voel overal herinneringen.
Werken is fijn en poetsen en schilderen ook.
En met pijn in mijn buik maak ik "vrolijke" afspraken met lieve meelevende geduldige vriendinnen die dan ook echt wel fijn zijn.
Maar dat knagende gemis en die kou rond mijn hart blijven en lijken verdikke eerder erger dan beter te worden.
Op een dag zal het gemis en verdriet veranderen in warme dankbare herinneringen zegt men. Dat lijkt me fijn.
Het weer werkt ook niet mee.

Ik wacht.