Op een dag, na een week of 3, hoorde ik een enorme klap. Ik liep naar beneden en vond Gros-Minet in een enorme plas bloed, was met pot en al uit de vensterbank gestort. En de pot op hem. Dood dacht ik, zoveel bloed uit zo'n klein beest. Maar opeens zag ik z'n staartje nog trillen, toen schrok ik nog harder. In blinde paniek vriendin Luus gebeld en al huilend het beestje in een handdoek gerold en naar de dierenarts gescheurd. Wat een paniek. Aldaar vloog iedereen aan de kant, en mochten we meteen door. De dierenarts gaf hem weinig kans, zwaar hersentrauma, maar ze zouden het proberen. Drie dagen lag hij in de couveuse, het was een wrakje, elke middag mochten we op bezoek, maar 't was triest.
Op dag 4 ging het ineens iets beter, hij liep, maar in kleine rondjes achter zijn staart aan. De zesde dag mocht hij mee naar huis. Eerst in een bench en dan steeds een grotere ruimte proberen. Want hij was letterlijk en figuurlijk de weg kwijt. We zijn er maanden druk mee geweest. Maar daarna is eigenlijk alles langzamerhand redelijk goed gekomen. We merkten dat hij niet helemaal in orde was. Was wat zwak en breekbaar als een oud mannetje. Als een pakje melk op vier pootjes liep hij dagelijks rond het huis. Sliep wat in 't zonnetje. Was enorm lief. En heel speciaal, juist door al het gedoe.
Net nadat Ollie en Bor waren overleden werd hij ineens ziek. Hij bleek o.a. acuut nierfalen te hebben.
En was al niet heel sterk.
Ik kon er niet eens meer wat over schrijven. Zo ellendig.
Maar hij was toch een heel groot deel van ons gezinsleven bij ons.
Vandaar pas nu. Als een soort vertraagd I.M.
Dag lieve Grosje.