maandag 13 januari 2020
Où est l'hôpital
Tussen alle expositiestress bemerkte ik ineens dat 1 van de 2 kippen, de mijne, Soof ziek leek.
Donderdag sprintte ze nog door de tuin en zelfs voor het huis zag ik de crocusbolletjes vliegen. Topfit.
Maar nu zat ze met hele bolle veertjes, totaal moedeloos, niet etende, niet drinkende in een hoekje.
En sterker nog. Ze sjokte in die toestand ook nog achter haar vriendin Rosa aan.
Die gewoon haar wilde sloperige zelf was en groef en sloopte door de tuin.
En Soof stond ernaast. Doodstil.
Aandoenlijk hoe ze steeds de nabijheid van Rosa zocht.
Ik hoopte dat ze 's nachts wat op zou knappen en weer trek kreeg.
Ik sliep er slecht van en wist 's ochtends niet hoe snel ik moest kijken.
De toestand leek weinig verbeterd.
Al paniekerig belde ik zondagochtendvroeg 2 dierenartsen in deze buurt.
Maar in het weekend was er geen pluimvee-deskundige aanwezig.
Sowieso hadden ze weinig kennis van kippen. Waar ik nu nog boos over ben.
Een kip is een dier toch.Noem je dan geen dierenarts. Zorg dat je deskundig bent.
Enfin.
Toen ging ik op zoek naar het adres van de fokker waar ik ze gekocht had in Hierden.
Het was inmiddels half negen zondagochtend. Soof was inmiddels op haar aller troosteloost.
En ik inmiddels ook.
Goddank schreef de fokker meteen terug. Ik moest foto's sturen van alle kanten van de kip en zelfs van zijn darminhoud.
Gelukkig was haar krop goed vol, haar kammetje rood en liep ze nog. Dat scheelde behoorlijk.
Hij had goede tips, vitamine in haar water, yoghurt met brood voeren en extra verwennen.
"App nog even hoe het s middags is" typte hij nog.
Ik ben er druk mee geweest.
Turend achter het keukenraam zag ik haar in de middag wat opknappen.
Lichtelijk optimistisch ging ik naar bed.
's Ochtends vroeg Appte Emma, 'Soof leeft nog'
Om negen uur naar Welkoop voor nog meer snoep.
Vanmiddag rende ze als vanouds weer door de tuin. Slopend en wel.
Denk hieraan als je een kippenpootje eet.
Kippen zijn om van te houden, niet om te eten.