maandag 30 maart 2020
Jarig
Morgen zou ze 86 zijn geworden.
Deze tijd ademt haar verjaardag.
Er zijn bosanemonen, hortensia s, blauwe druifjes, bosviooltjes.
En paaseitjes.
De grote vraag was altijd, ' kunnen we buiten zitten met de middagvisite'.
Is het warm genoeg?
Meestal wel.
En dan moest met donder en geweld de hele tuinset geboend.
In ruim 1 week waren haar moeder, ik, Peter en zij jarig. Bijzonder.
Nu ontbreekt ze.
Heel erg.
Het begint al wat te wennen na 1 jaar en bijna 4 maanden.
Ik heb zo vaak gedacht aan de woorden van een vriendin na de dood van haar moeder. 'Het duurde wel zeker anderhalf jaar voordat ik het een beetje los kon laten'.
Dat gaf me eerst troost ( 'ooh ik heb nog even' ) en nu denk ik, 'onmogelijk, ik ben er nog lang niet'.
Het maakt uiteindelijk niet uit.
Meestal gaat het goed, en soms even helemaal niet.
De laatste jaren logeerde ik bij haar met haar verjaardag. Dan zette ze naast mijn bed op de logeerkamer een bos bloemen, iets van chocolaatjes en wat te lezen neer.
Ik maakte op mijn beurt het ontbijt met een eitje en verse croissants en hing de slingers op.
Gilbert o Sullivan of de Johannes Passion uit de boxen
Ik zag Dirk de wachter, mijn favoriete Vlaamse psycholoog, herhaaldelijk vertellen dat je ook je on-geluk mag, zelfs moet, benoemen.
En al is er zoveel om oprecht dankbaar voor te zijn.
Ik ben gewond.
Zo voelt het.
Zo zie ik er uit.
Ik ben niet meer mijzelf.
Althans mezelf zoals ik was voordat....
En het overkomt iedereen op een dag.
Maar mijn moeder en ik...
Dat was een heel speciaal verhaal.
Ik ben dankbaar voor alles wat ik heb 'geërfd' van haar.
Ik zie haar regelmatig terug in mijn kinderen en in mijzelf.
De liefde voor flora en fauna, het impulsieve, creatieve en het lieve.
Dat is mooi.
Zo blijft ze bij me.
Maar och, wat wordt ze gemist.
dinsdag 3 maart 2020
Zoef
Met veel gezucht, gemok en gemor en zelfs ook vurig geruzie mijnerzijds kwam hij er dan toch.
Niet mosgroen en geen stationwagon. Geen mooie organische Snoek, geen oude Volvostation.
Maar een Tesla. Het was drie tegen een.
Het enige positieve voor mij was het milieuaspect, de duurzaamheid.
En stukken voordeliger in de lease.
Het bleef slikken, dat lelijke zwarte gevaarte op de oprit. En voor de honden en de gigantische 'de Waard' tent was amper plek.
Maar die drie blije duurzame hoofden van de rest verzachtten de pijn wel iets.
Tot de dag dat ik er, erg tegen mijn zin, ook maar eens in moest leren rijden.
Het is een automaat. Alleen al dat vond ik enorm lastig. En dan die enorme voorkant en achterkant. Inparkeren werd nog rampzaliger dan het al was.
Maar, eerlijk is eerlijk. Wat is het fijn rijden in die auto.
Als een zweefvliegtuig zoef je over de weg.
Heel hard voor dat je er erg in hebt ( ja, weg duurzaamheid ).
En die vorsende jaloerse blikken bij het stoplicht zijn bijna gênant.
Net zoals de zoveelste poging van een andere snelle auto om je proberen bij te benen.
Dat is nog niemand gelukt natuurlijk.
Want lichtelijk beschaamd geef ik toe dat ik een waarlijk monster op de weg ben geworden in dat ding.
Accelereren ( 0 tot 100 km in 4,6 seconden) doe ik als de beste en snelste.
Nie-mand gaat mij voorbij!
Ik durf met de hand op mijn hart te zeggen dat ongetwijfeld dankzij die geluidloze motor, en gelukkig met kroongetuige Margreeth ernaast, wij onze eerste wilde wolf spotten in het Leuvenumse bos!
En dat is nog wel het mooiste aan die Tesla.
Abonneren op:
Posts (Atom)