dinsdag 3 maart 2020
Zoef
Met veel gezucht, gemok en gemor en zelfs ook vurig geruzie mijnerzijds kwam hij er dan toch.
Niet mosgroen en geen stationwagon. Geen mooie organische Snoek, geen oude Volvostation.
Maar een Tesla. Het was drie tegen een.
Het enige positieve voor mij was het milieuaspect, de duurzaamheid.
En stukken voordeliger in de lease.
Het bleef slikken, dat lelijke zwarte gevaarte op de oprit. En voor de honden en de gigantische 'de Waard' tent was amper plek.
Maar die drie blije duurzame hoofden van de rest verzachtten de pijn wel iets.
Tot de dag dat ik er, erg tegen mijn zin, ook maar eens in moest leren rijden.
Het is een automaat. Alleen al dat vond ik enorm lastig. En dan die enorme voorkant en achterkant. Inparkeren werd nog rampzaliger dan het al was.
Maar, eerlijk is eerlijk. Wat is het fijn rijden in die auto.
Als een zweefvliegtuig zoef je over de weg.
Heel hard voor dat je er erg in hebt ( ja, weg duurzaamheid ).
En die vorsende jaloerse blikken bij het stoplicht zijn bijna gĂȘnant.
Net zoals de zoveelste poging van een andere snelle auto om je proberen bij te benen.
Dat is nog niemand gelukt natuurlijk.
Want lichtelijk beschaamd geef ik toe dat ik een waarlijk monster op de weg ben geworden in dat ding.
Accelereren ( 0 tot 100 km in 4,6 seconden) doe ik als de beste en snelste.
Nie-mand gaat mij voorbij!
Ik durf met de hand op mijn hart te zeggen dat ongetwijfeld dankzij die geluidloze motor, en gelukkig met kroongetuige Margreeth ernaast, wij onze eerste wilde wolf spotten in het Leuvenumse bos!
En dat is nog wel het mooiste aan die Tesla.