Het huis is leeg.
Een nacht duurt dagenlang. En de dagen zijn steeds vermoeiender.
Terwijl ik een mooie hartvormige grafsteen uitzoek met zachte vormen maak ik tussendoor voor het eerst Pavlova.
Natuurlijk gaat dat enorm fout.
Het leek ook fijn weer naar Tangoles te gaan. Even wat afleiding. Het ging goed.
Maar de hele terugweg, niet meer te stoppen, hartverscheurend gehuild.
Omdat iemand iets zei dat me zo raakte. Op een mooie manier hoor.
Ooh, ik vind mezelf erg sterk. Hoef haast niet meer te huilen.
Maar die nare kou rond mijn hart gaat haast niet weg.
Ma is overal en tegelijkertijd nergens meer.
Nooit meer.
Definitief.
Haar huis is ontmanteld.
Al staan tot op het laatst nog hyacinten te bloeien en kaarsjes te branden.
Maandag gaan de laatste meubels weg en resten er slechts nog herinneringen.
Ik zoek en tuur nog naar sneeuwklokjes in haar tuin om die over te zetten in de mijne.
Haar amarylis bloeit voor mijn raam.
In haar schuur vind ik talloze bewaarbolletjes in oud krantenpapier. Ze schieten al wat uit.
Van haar graf ga ik een kleine bloemenzee maken.
Er gebeuren ook bijzondere dingen. Toeval?
De klokkenmaker belde en zei dat hij voelde dat ik mijn klok weer terug moest hebben.
We zien op weg naar schilderles een wild zwijn, een edelhert en een bosuil over de weg scheren.
Dat er toevallig zo'n mooie passende plek vrij is op de oude begraafplaats.
Dat ik bij haar langs ging, die middag en haar vond. En Goddank niet Emma op haar vaste woensdagavond.
Dat het fotobehang op de intensive care iets met knalgele bloemen was. Als ze ergens een hekel aan had waren het knalgele bloemen....