woensdag 4 december 2019

Leegte




Morgen is het een jaar geleden.
Op die stomme, stomme 5 decemberdag. Sinterklaasavond.
Die ze zelf overigens altijd fantastisch vond met haar grootse wilde surprises en onleesbare lieve gedichten. Waar ze al weken van tevoren mee bezig was.
Maar in de ogen van de neuroloog op eerste hulp zag ik haast en ongeduld.
Vast pakjesavond thuis. En daarom ging het misschien mis?
Natuurlijk niet.
Had ik haar moeten dwingen om naar een seniorenwoning te verhuizen?
De alarmknop om haar pols moeten smeden?
Dan had ze niet eenzaam een paar uur in haar keukentje gelegen.
Dan was ze er nu wellicht nog geweest?
Maar dan had ze me met droevige woedende ogen vanuit haar krappe seniorenflatje aangekeken.
Zonder haar geliefde tuin, vogels, egels, Tijger de buurkat, warme lieve huis en buurtjes.
Ze wilde niet.
Pas als het echt nodig zou zijn. Maar nog lang niet.
Dachten we.

Ik mis haar zo.
De leegte is immens.
Maar het is 'goed' zo. Dat moet.

Morgen ga ik met Peter naar Burgh Haamstede.
Ruim 35 jaar lang ging ik in de vroege zomer met haar daar naartoe. Eerst met zijn tweeën,  toen met Peter en later langzamerhand de kinderen erbij.
Het was voor haar het hoogtepunt van het jaar.
We lopen naar de zee en gaan op 'haar' bankje zitten en eten daarna een taartje bij hotel Bom.
Dat was traditie.

En dan is dat eerste nare jaar om en ga ik zonder verdriet, maar in liefde en dankbaarheid terugdenken en vooruitkijken.








dinsdag 26 november 2019

Dank



Bijna de mooiste dag van het jaar wat mij betreft.
Thanksgiving.
Ik vier het in mijn hoofd omdat die kalkoen op tafel alleen al voor een onaangename stemming zorgt.
Maar dankbaar ben ik!
O.a. voor mijn twee strenge vegetarische klimaatbewuste kinderen die mij filmpjes met verse koeienmoeders die huilend achter een kruiwagen met hun pasgeboren kalf aandraven.
Maar ook voor mijn bloemenfauteuil met elektrische verwarmde rugkussentje waarin ik met een kopje thee en butterscotchchocola eindeloos van de vogels in de veel te grote berk in onze tuin kan genieten.
Voor mijn lieve vriendin Lucie die als de nood hoog is lelijke marsepeinen paardjes komt afgeven.
Voor Bach, Händel &Vivaldi
Voor mijn altijd idiote vrolijke prairieteckel Ollie.
Voor het bestaan van tijdschakelaars waarmee ik vanuit bed mijn kerstster aan en uit kan laten gaan. Wat een genot ;-)
Voor de geur van de eerste bloeiende blauwe hyacint in het najaar.
Voor de brede schouders en het geduld van Peter.
Voor de rode herfstappelboom in de voortuin die zo mooi kleurt met de georven Acer van Fenna.
Voor verrassingsontbijt op bed.
Voor als de kinderen spontaan gaan wandelen met de honden als het eigenlijk mijn beurt is.
Voor lieve bovenstebeste collega's.
Voor vers roggebrood met oude kaas.
Voor de eerste keer zoete hete brinta in het najaar.
Voor mijn eigen bad met lekkere rozenolie.
Voor de drie keukenpassen wilde tango die we nooit van ons leven meer vergeten.
Voor het vuurtje in onze 'weltevree' kachel.
Voor de gezellige schilderlesgroep waar bijna meer gepraat en gesnoept wordt dan geschilderd.
Voor al het wild dat we dankzij Margreeths scherpe blik langs de weg zien als we op weg daar naar toe zijn. Inclusief de wolf van roodkapje.
Voor mijn warme huis en woeste tuin.
Voor alle zakdoekjes, lieve woorden, schouderklopjes, hartjes, berichtjes, foto's en warme armen en schouders die ik kreeg als ik het lastig had.
Voor mijn moeder die een voorbeeld was in dankbaar zijn. En waarvoor ik dan weer heel dankbaar ben!

zondag 29 september 2019

Pols naar de neus





Toen ik 21 werd ben ik op vioolles gegaan.
Elke week op mijn mosgroene brommertje met mijn vioolkoffer op mijn rug naar de bejaarde mevrouw de Jong ( ze was toen al minstens 110 )  in Ermelo aan de Harderwijkerweg.
Een prachtige villa waar zij alleen woonde.
Een waar de tijd leek stilgestaan. Het rook er altijd naar boenwas en Boldoot. Overal lagen prachtige perzen op de grond, dikke fluwelen gordijnen voor de ramen en alle vensterbanken stonden vol met geraniums en massa's stekken daarvan. Piepende deuren en krakende vloeren.
In het midden van de gigantische woonkamer stond een grote glimmende vleugel.
Mevrouw de Jong zelf was zo mager als een latje, droeg haar donkerrood geverfde haar in een dun knotje en had altijd een ribfluwelen broek met pulli en dik jagersvest aan.
De tuin was een wilde boel. Vooral ingericht voor vogels en de vele eekhoorns.
Mijn eerste viool mocht ik lenen van mijn tante Wil. Iets later mocht ik er een overnemen van mevrouw de jong. Een hele mooie kostbare. Voor 1000 gulden, waarvan ik elke maand 50 gulden
mocht aflossen. Dan moest ik nauurlijk wel zolang op les blijven.
Het was vanaf de eerste les een moeizame toestand.
Ik begon met Adam Carse, dat was fijn en langzaam. Daar had ik wel jaren mee door willen gaan.
Maar ook concertjes van Otto Rieding, lastig. En natuurlijk de dagelijkse etudes van Rieding. En Sevcik voor trillers.
Elke les schreef ze in mijn vioolschrift. Met daarbij extra aanwijzingen als; 'Pols naar de neus', of  'P O L S' ( schijnbaar deed ik daar iets niet goed mee ) en 'veel toon maken'!
Ik was te voorzichtig en bescheiden met mijn toon. 'Speel alsof je Emmy Verhey bent in het concertgebouw' riep ze altijd.
Oefenen moest ik natuurlijk elke dag maar in de praktijk deed ik dat een uur voor de volgende les.
Toch vond ik het heerlijk.
Zij speelde namelijk een heel  technisch ingewikkeld droevig stuk op haar vleugel en ik speelde 2e stem op mijn viool mee. Dat klonk geweldig goed.
En als ik niet aan oefenen was toegekomen bleef ze geduldig. En kreeg ik als  'troost' ( elke week dus )  een lekkere dikke spacekoek, zo'n ronde. Daar is mijn romigheid begonnen.
Soms stuurde ze me kaarten 'van eekhoorns of planten en bloemen; 'blijf oefenen Ingeborg' stond er dan op met dikke hanepoten.
Zo lief.
Op een dag was bleef de deur dicht en bromde ik weer naar huis.
Later in de week kreeg ik een kaartje van haar zus, met net zulke hanepoten. Ze was onwel geworden en lag in het ziekenhuis.
Elke week stuurde ze vanuit het ziekenhuis een kaart. 'Blijf oefenen Ingeborg'.

Veel later een rouwkaart en toen was het voorbij met mijn 'vioolcarrière'.

Wel weer op les gegaan.
Maar niemand 'haalde' het bij mevrouw de Jong.







zondag 15 september 2019

Heur haar




Mijn haar was altijd al wel een "dingetje".
Rood haar is nu eenmaal uitzonderlijk en met name in mijn jeugd kwam dat erg naar voren.
Van ontelbaar en stomvervelend vaak "Meisjes met rode haren, die kunnen kussen"-gezang, tot "Vuurtoren" en "hee, rooie spring eens op groen" etc etc.
Gelukkig was ik behept met een enorm veel zelfvertrouwen.
Door mijn moeder er werkelijk in-ge-stampt.   "Kind, je bent zo bijzonder".
Dus ik droeg mijn rode kleur met verve.
Ik dikte het zelfs nog wat aan. Afentoe een hennaspoeling erdoor maakte het nog vuriger.
Tot ik iets ouder werd en de henna niet mee zo fijn pakte. En ook wat overdreven begon te lijken.
Een milde natuurlijke roodspoeling dekte wel.
Dat duurde nog een paar jaar.
En toen overleed mijn moeder vorig jaar.
Ik had er geen zin meer in. To-taal niet. Ik was in rouw. En nog.
En langzaam veranderde het rood in een soort goudkoperblonde kleur. Mijn eigen kleur.
De kleur die roodharigen krijgen als ze ouder worden.
Werkelijk iedereen had er een mening over.
En dat was vooral dat het weer roder moest worden.
Met verf.
Maar voor mij voelt het goed zo.
Het past perfect voor wie ik nu ben en hoe ik me voel.
In de herfst van mijn leven.
Tot vorige week mijn lieve Poolse vriendin op de thee kwam. Ik opende de deur ( had haar een poos niet gezien) en ze sloeg haar hand voor haar mond en riep tot drie keer toe;
"Waaat ies op joj hooofd"?!

Ze bedoelde mijn haarkleur.

Nu twijfel ik toch weer ;-)



zaterdag 17 augustus 2019

Volkskrant




Het eerste dat wij ons ( amper ) konden veroorloven toen we 35 jaar geleden samen gingen wonen, ik nog leerling-verpleegkundige en Peter pril politicologiestudent, was een abonnement op de Volkskrant.
Naast een keer per maand hazenpuntjes in chiliroomsaus eten bij het fameuze Harderwieker 'Bakhuus'. 
De rest van de maand stamppot.
Maar dat voelde erg fijn links en volwassen. Die Volkskrant.
Tot op de dag van vandaag lezen wij hem.
Peter iets fanatieker dan ik.

Echter een paar jaar terug had Peter net een nieuwe zwarte auto en het viel hem op dat er steeds meer grote witte krassen kwamen op de achterbumper.
Vreemd.
Op een keer 's ochtends vroeg meende ik te zien dat de jonge krantenbezorger, onschuldig verlegen tiep, zijn grote witte lompe bakfiets tegen de auto parkeerde en vervolgens de krant in de brievenbus deed.
Ik kon het niet geloven en durfde het niet te zeggen tegen Peter.
Tevens vond ik het vervelend voor de ogenschijnlijk wat 'sneue' bezorger.
Een volgende dag nog een keer goed kijken en ja, echt. Hij deed het echt.
Peter werd goed boos en wilde hem aanspreken of beter nog eerst een foto maken van het gebeuren.
Dit i.v.m. de schade die er intussen was.
De volgende dag ging Peter met de stoom uit zijn oren om 6 uur in mijn auto zitten om hem te kunnen betrappen.
Juist die dag kwam de bezorger wat later en besloegen de ruiten bekant van Peters ingehouden woede.
Toen hij eindelijk kwam en zijn fiets tegen de auto parkeerde nam Peter eerst en foto en sprak hem toen streng aan.
Ooh, hij had werkelijk geen idee dat je je fiets niet tegen een auto kon parkeren en of we alstublieft zijn baas niet wilde bellen want hij had deze baan zo nodig.
Hij zou het nooit meer doen!

We konden het niet over ons hart verkrijgen.

Sinds een paar weken wordt de krant standaard een uur te laat bezorgd.
Net als wij al op ons werk zijn. Heel vervelend.
Op een vrije dag zag ik dat de wijk, hopelijk tijdelijk, was overgenomen door een oud schattig mannetje op een nog oudere Puch met gigantische fietstassen.

Ach, de krant 's avonds pas lezen is ook best relaxed.







dinsdag 13 augustus 2019

Bretagne







Gentil nuages.
Heerlijk korstbrood.
Bramenjam uit pa's tuin.
Wuivende zachtroze stokrozen.
Ezeltje Canelle.
Panaché-citroenbiertjes.
Tig tinten groenblauwe zee.
Woeste baaien.
Wilde stranden.
Prei op de pizza.
Knoerthard veldbed.
Smekend uilenjong.
Brandende hitte.
Chocoladebeertjes.
Pistache/frambozen muffin.
Slapende schepen.
Vlagerig lezen.
Piepende bramensluipers.
Stokrooszaden.


woensdag 26 juni 2019

Ode aan meneer Katoen








Het mag wel eens gezegd worden.
Ik ben een goede man getrouwd.
Zeker na deze afgelopen meest nare maanden ooit besef ik me dat.
Want ik was altijd al wispelturig, kortlonterig en overgevoelig.
Maar dat kwam er nu wel extra uit ;-)
In tijden van droefenis leer je je vrienden het best kennen zegt men.
En dat klopte.
Nu kreeg ik sowieso een bak vol liefde over me heen na het overlijden van ma.
Van iedereen eigenlijk.
Maar hij leeft met mij en ziet mij el-ke dag.
Nu ben ik van huis uit ook best een leuk, opgeruimd, optimistisch, vrolijk en lief tiep.
Maar ik was mezelf wel even goed kwijt.
Wisselend was ik op mijn ergst en op mijn best.
Doodvermoeiend.
Ook voor mijzelf trouwens.
Nu er langzamerhand wat balans komt besef ik me weer veel dingen.
Dat ik het heb getroffen met hem.
Dat hij al bijna 35 jaar mijn beste vriend is.
Geduldig, slim en rustig.
Ja, die boot is onuitstaanbaar en zijn perfectionisme ook. En over die stomme Tesla hebben we het ook niet.
Maar buiten dat gaat hij bijzonder goed om met mij en al mijn grillen en wispelturigheden.
Met mijn jurkjes, krukjes, kandelaars, tuinplanten & leukedingen-verslavingen.

Al heb ik natuurlijk heel veel goede eigenschappen ook.

En saai is het nooit!



woensdag 12 juni 2019

Hemels





Voor het eerst van mijn hele leven ging ik alleen kamperen.
Nog nooit gedaan.
Peter zette de tent op en vertrok na 1 nachtje.
Toen bleven er 4 dagen voor mij alleen over.
Op een of andere manier kwam dit zo uit.
Buiten dat had ik dringende behoefte aan rust en nadenken.
Even voor mezelf kiezen zonder huishoudelijke klusjes, werk, zeurende honden, tobberige kippen en ander geneuzel.
Wellicht blijf ik 4 dagen op mijn luchtbed liggen. Dacht ik nog.
Oorspronkelijk wilde ik een paar dagen naar een klooster om daar wat te bezinnen.
Maar dit was iets vertrouwder.
Dus vertrok ik met hemelvaart richting Haps.
Met dikke dekens, walnotenhoningbrie, een flesje wijn, verfspullen, hangmat, 2 rouwboeken, en ook de nieuwste van Knausgard.
Het beviel goed.
Er waren lieve buurtjes en dat voelde goed.
Ik heb heerlijk geluierd, uitgeslapen, gehuild, nagedacht, genoten, getwijfeld en me bezonnen.
Vijf dagen gegeten wat ik zelf het lekkerst vond.
En gezocht naar hartvormige koeienvlekken.
Er werden 2 kalfjes geboren, er vloog een gekraagde roodstaart met jong. De steenuil schreeuwde, s nachts. En er waren weer te veel hanen.
Het fijnste was dat ik niets hoefde.
Alleen maar voelen hoe ik me voelde en doen wat ik wilde doen.
Toen ik na 5 dagen het erf afreed was er nog niets veranderd.
Maar ik voelde wel rust.
Weldadige rust.
En ik ga dit vaker doen.
Het was goed.







donderdag 2 mei 2019

Desolaat





Bijna 5 maanden nu.

De enorm grote stokoude berk in haar tuin is neergehaald. Elk voorjaar weer genoot ze van het ontluikende frisse groen. Ja, hij was oud en gebocheld. En zorgde voor veel bladoverlast.
Maar daar konden de kikkers en egels weer fijn onder slapen zei ze altijd.

Gisteren reed ik onverwacht langs haar huis. Eerder lukte niet.
Ik keek even heel gauw opzij en zag leegte.
Geen bloemen, kaarsen, grote beige bank met wuivende lieve ma.
Het duurde op het laatst een eeuwigheid voor ze onzeker stappend bij de deur was.

In mijn voortuin staat ook een prachtige frisse berk. De dame van het woud.
Mijn liefde voor berken heb ik van haar. Dat prachtige wuivende frisse groen.
Veel mensen vonden het dwaas. Wie zet er nu een berk in de voortuin.
Ze is prachtig.

Verder gaat het redelijk.
Ik werk, ik schilder, ik schrijf en ik lees.
De vrije dagen zijn nog steeds een uitdaging.
Vandaag heb ik er zelfstandig 1 genomen. Even geen vlucht.
Maar iets fijns voor mezelf.
Het komt goed.
Erover praten is nog lastig. Maar soms lukt dat. Zonder huilen.
En hoe meer ik er over spreek met anderen, hoe meer ik hoor dat 5 maanden niks zijn en dat ik goddank nog tijd genoeg heb om te wennen aan dit onwerkelijke, ietwat desolate, moederloze bestaan.

En dat het uiteindelijk milder en zachter wordt.
Ik wacht.





zondag 31 maart 2019

Genieten






Vandaag zou ze 85 zijn geworden.

Als ik aan haar denk, denk ik aan hoe ze met haar gebloemde schort voor, op de middag voor haar verjaardag een halve citroen vulde met kruidnagels, om die dan laten koken in een half steelpannetje water. Voor in haar zelfgemaakte bowl. En dat ze dan de volgende dag met een blozend gezicht tussen alle visite, stiekem lichtelijk vermoeid mij zat te knipogen. En genoot van alle warme aandacht.

En aan hoe ze toch kon genieten van 'petit fourtjes' van Zuidam,  de rijkelijk bloeiende blauwe regen, aan het moment dat we in Haamstede na een hoge klim eindelijk de zee zagen waar ze eindeloos schelpen zocht. En hoe blij ze was met een kikker in haar vijver, en een doorzichtig rood kersenbonbonpapiertje.( Ik vond een heel stapeltje met een knijper samengehouden. Goud waard)
Ik werd er ook wel eens moe van hoe zij genoot. Was ik met haar weg, naar de zoveelste kwekerij of tuincentrum, dan zei ze standaard om het kwartier, "wat een heerlijke ochtend hebben wij weer samen". En "wat heb ik het toch goed".
Ik zie haar nog zo zitten, afgelopen zomer, op de oude boomstam met onze jonge kippen op schoot. Wat een feest.

Niet te bevatten dat ze weg is.
Maar ik moet dankbaar zijn dat ze mijn moeder was en proberen net zo te genieten van dingen als zij deed.
Ik was al aardig op weg.
Nu even doorzetten.

Vandaag nemen wij een 'petit fourtje' en vieren dat het zo fijn en goed was met haar.








vrijdag 15 maart 2019

Bloesem


Ik kende de dood niet.
Niet van zo dichtbij.
Sinds de winter van vorig jaar wel. Totaal onverwachts ging Onno. Heel kort daarna Michel. Twee lieve dierbare vrienden.
En toen als afschuwelijke finale en ook heel onverwachts mijn moeder. Nog steeds nauwelijks te bevatten.
En de tijd sluipt maar door en de seizoenen wisselen gewoon.
Ik wacht op de bloesem.
Maar echt tot volle bloei komt het niet meer. Echt niet.
Ik functioneer redelijk. Op een enkele uitschieter na.
Een kort lontje had ik toch al en de tranen vloeiden ook makkelijk.
Maar nu is er werkelijk geen plek meer waar ik nog niet gehuild heb.
"Die huilende rossige vrouw" ben ik geworden.
Want ik zie en voel overal herinneringen.
Werken is fijn en poetsen en schilderen ook.
En met pijn in mijn buik maak ik "vrolijke" afspraken met lieve meelevende geduldige vriendinnen die dan ook echt wel fijn zijn.
Maar dat knagende gemis en die kou rond mijn hart blijven en lijken verdikke eerder erger dan beter te worden.
Op een dag zal het gemis en verdriet veranderen in warme dankbare herinneringen zegt men. Dat lijkt me fijn.
Het weer werkt ook niet mee.

Ik wacht.














vrijdag 8 februari 2019

Stenen




Dat ik het niet moet wegstoppen zegt iemand tegen me. De rouw, het verdriet.
Ik moet er bijna hard om lachen.
Hoeveel tranen kan een mens vergieten.
Ruim 2 maanden geleden is het nu.
Ik doe mijn best. Maar ze is overal.
En hoe kunnen zoveel dingen me aan haar doen denken?
Ik vraag me af of het normaal is hoe ik me voel. 'Gelukkig' lees en ik hoor ik van wel.
De vrije dagen zijn rampzalig. Die duren lang.
Dat de dag is aangebroken dat ik iets poets dat eigenlijk al schoon is. Bizar.
Het liefst zat ik grote delen van de dag bij haar graf te somberen. Kaarsje aan. Wachten op die spelende eekhoorns, de takjes en blaadjes weghalen, steentjes rechtleggen, beetje harken en wachten tot die ellendige bolletjes eindelijk gaan bloeien. Ik vraag me af of die opzichter daar denkt dat ik mal ben...
Maar dat graf is het enige waar ik nog iets voor haar kan doen.
Door het jaargetij kan ik ook weinig planten en naar het tuincentrum durf ik voorlopig niet meer omdat ik bijna tussen de dahliabollen stortte van het huilen omdat dat zo onlosmakelijk bij haar hoorde.
Net als ik denk , het ergste is voorbij, gaat het mis.
Eindelijk durfde ik deze week haar handtas uit te pakken. Haar kerkportemonneetje met briefjesgeld, 2 halve rolletjes pepermunt, 3 grote zakdoeken en een mooi blauwig steentje uit de zee dat Pjotr voor haar vond in Haamstede aflopen zomer. Toen kon ze al niet meer naar het strand komen.
Achteraf waren er genoeg tekenen dat het haar tijd was. Maar ik wilde ze niet zien. En zij gelukkig ook niet.
En dat was goed.
Want tot op de laatste dag lag dat stroopwafeltje op de verwarming.







donderdag 31 januari 2019

Zoet




Ik hou van het bos, van de herfst, van ontbijtopbed, van de lente, van mooie musea, zingende merels, tango, mijn bed met warmhouddeken, van vers brood met kaas, de noordermarkt, van bolletjes, van Bach, van uit eten gaan,  kaarsen, van monchoutaart, earlgreythee met een vleugje suiker,  van de geur van olieverf, geschreven brieven en kaarten, van geld verbrassen, van comtoiseklokken, bonte dahlia's, van lieve vriendinnen, mijn hertenlampje, jurkjes,  bescheiden bloesem en lang luieren.



Niemand hield zoveel van mij als mijn  moeder. Daarom is het wellicht ook zo pijnlijk haar te moet missen. "Kind, wat hou ik van je". Zei ze te pas en te onpas. Veel te vaak. Dikke knuffel erbij. 
Wat een schoonheid als je dat kan.
Ik hield ook veel van haar, maar schreef dat liever. Heeel veel kaartjes.
Ik vond al die kaartjes gebundeld met kleurige strikken in een grote gebloemde doos bij haar nalatenschap.
Dat gaf me zoete rust.

Als de som van ons leven maar liefde is.

Van mijn kinderen hou ik. Heel veel.
Vooral als ze gelukkig ogen en lol hebben. En taart bakken en met de honden wandelen.
En van Peter natuurlijk.
Afgelopen zondag stroomde het van de regen. Ik wilde perse iets met de keitjes bij mijn moeders graf doen. Zonder mokken lag hij daar op zijn knieën in de modder alles perfect te leggen op mijn huilerige aanwijzingen.
Dat was liefde. En ik heb nog nooit zo veel van hem gehouden als toen.

En dan is er Ollie, een andere gradatie van houden van, maar toch.
Wat een zonnetje in mijn leven is dat. En de kippen. Ach al onze dieren eigenlijk.

Gelukkig is er zoveel om van te houden....




vrijdag 25 januari 2019

Och




Het gaat best. Ik kan er alleen niet over praten. Dat is jammer.
Maar  soms ben ik de weer de "oude" Inge.
Om me kort daarna weer te generen dat ik me zo liet gaan.
De vrije dagen zijn lastig. Zelfs het koper is gepoetst.
Ik doe "leuke" dingen met vriendinnen, die ook echt fijn zijn.
Maar eenmaal thuis is het weer.
Ze komt nooit meer terug, definitief niet, echt  n o o i t  meer.
Dat is altijd als er iemand dood gaat, dat snap ik.
Maar bij mijn moeder voelt dat wel heel erg koud en desolaat.
Het is 7 weken geleden en de pijn is minder scherp. Dat wel.
Ik probeer te denken aan alle  mooie dingen die we deden.
Maar ik voel me er niet beter door. Nog niet.
Haar ring zit om mijn vinger, dat voelt een soort van nabij.
Vanmorgen met lood in mijn schoenen en vorst om mijn hart haar steen uitgezocht.
Al weken/dagen voor me uit geschoven.
 Ik wilde ook geen huilgedoe daar in die steenhouwerij.
Het ging goed. Een mooi groot hart, roze-blauwig marmer. Met lieve letters.
Die op een sokkeltje prachtig zal staan in haar bloemenzeetje.
Tot mijn verrassing zag ik een kast vol porseleinen grafbloemen staan.
Ik pik ze al jaren op oude Franse kerkhoven bij het afval. De beschadigde halve bloemen.
Maar hier stonden ze glimmend nieuw.
Maar geen campanula, haar favoriet.
Ik ga hem zelf maken. Nog mooier. Dat kan ik.

Alles komt goed.
(Onzin. Het komt nooit meer goed)







woensdag 9 januari 2019

2019




Dat ik gister per ongeluk een stukje meezong met een mooi liedje was schrikken.

Ik durf nog niet veel muziek aan. Zeker geen populaire. Het moet gedragen muziek zijn.
Iets lichts bij voorkeur. Vivaldi, Handel, Bach... Dat kan net.
Lachen is ook nog 'not done'. Al gebeurt het soms wel.
Stilzitten en niks doen is naar.
Al het zilver is gepoetst,  jurkjes hangen op kleur, zolder en schuur opgeruimd, kruidenpotjes op alfabet, verzin het maar.
Alles is op orde. Alleen mijn hoofd nog niet.
Werken is heerlijk.
Al heb ik bij elke collega moeten huilen en zelfs onprofessioneel bij een enkele patiënt.
Ik kan het ook niet tegenhouden
Het moet maar. Ik laat het maar gaan.
Zondag heb ik de bloemen van de begrafenis van haar graf gehaald en vervangen door de bolletjes uit haar eigen tuin.
Het regende en ik huilde knielend bij haar graf tranen met tuiten vermengd met modder.
Het was een perfect drama.
Omdat ik ineens zeker wil weten dat ze het fijn heeft, waar dan ook, overwoog ik eerst zo'n zigeunerdame met een glazen bol op een kermis met fluwelen gordijnen, toen een vage dodenfluisteraar, daarna een lieve spirituele vriend en uiteindelijk haar eigen predikant.
Ik weet dat er geen garanties zijn.
En ik wil met alle liefde voorgelogen worden.
Als ik maar het gevoel heb dat ze ergens daarboven gelukkig is.

Maar haar bloesemboompje is bijna afgeschilderd.
Ik hoorde de 1e merel zingen gisterochtend om half 8.
Stilaan wordt het iets rustiger in me.

Voornemens;
- een echt bloemenzeetje/hemeltuintje van ma s graf maken
- meer genieten
- meer benoemen hoe dierbaar mensen me zijn
- zo' n gouden staafmixer van de lidl kopen
- vaker petit fourtjes van zuidam nemen
- En geen echte saucijsjes maar die vieze van de vegaslager eten.


Het gaat niet snel, maar alles komt goed.

(Toch?)



woensdag 2 januari 2019

Unheimisch


Het is precies 4 weken geleden.
Ik zie ons nog to-taal ontredderd en verbijsterd staan op de eerste hulp.

Vanochtend ging ik naar de juwelier om haar ring voor mij op maat te laten maken en moest daar ineens zo hartverscheurend  huilen.
Gewoon gênant.
Ik heb mijn emoties nog niet op de rit helaas. Het voelde ook nog nooit zo erg als nu.
Het wordt steeds definitiever.
En dat voelt zwaar.

Maar morgen ga ik weer werken.
Dat lijkt me heerlijk.
Al hoop ik dat ze niet te empathisch doen.

Mijn hart voelt koud als ik aan haar denk.
Pijn, kille koude pijn.
Terwijl ik alleen maar liefdevolle warme herinneringen heb.
Maar ik moet steeds maar denken aan het gemis en aan hoe ze stierf.
Op zich heb ik er vrede mee.
Maar de manier waarop houdt me uit mijn slaap.

Er is niets meer aan te doen.
Het goede overwint het nare schijnt het.
Daar wacht ik dan maar op.