vrijdag 11 december 2020

Tekens

 

Ik ben niet spiritueel. Ik wil het wel, maar het lukt niet. 

In de wachtkamer van de cranio sacraal therapeut (jaja) las ik in de 'Happinez' een interessant artikel over tekens die je krijgt uit het hiernamaals. Ik heb nog nooit tekens gekregen. Twee jaar lang helemaal niks.

Opdringerige roodborstjes en knipogende vlinders tellen niet mee schreef de auteur. Nee, het moet iets onverwachts bijzonders zijn dat totaal enkel op de overledene sloeg. En bovenal moest je er voor openstaan en dat benoemen. 

Tja.

Dat was anderhalve week geleden. Ik stond er voor open, maar niks.

Gisteren had ik een prachtige expositie van Bobbi, een vriendin van mijn zoon.                           

Zij studeert aan de HKU en exposeerde met 6 andere derdejaars studenten in een fantastisch oud landhuis aan de Vecht.

Stuk voor stuk zo enorm anders, fris, wild en artistiek. 

Ik schilder een vos, omdat ik hem mooi vind. Maar zij hebben achter elk doek een mooie verdiepende levensfilosofie. Zij schildert vooral mijn zoon. Die filosofie snap ik. Ik vond alles geweldig. 

Helemaal aan het einde van de expo, in de allerverste stoffige hoek van de zolder zag ik hem ineens hangen. Een heel strak modern doek in olieverf van een ietwat oubollig symbool tussen al die hippigheid.

Ruim 35 jaar lang ging ik met mijn moeder daar op vakantie. Zijn licht scheen elke nacht opdringerig in mijn slaapkamerraam. 

De vuurtoren van Burgh Haamstede! 

Ik heb een teken! Laat mij in die waan ;-).










 

 



dinsdag 1 december 2020

Zorgbonus


Vorige week kreeg ik de langverwachte zorgbonus.

Natuurlijk vind ik dat de mensen die daadwerkelijk 'aan de bedden' stonden hem het hardst verdienen. Driedubbel!

In die onzekere begintijd ging 'mijn' veilige atelier onmiddellijk dicht. En de mensen die o.a daar normaliter werkten zaten thuis. Geïsoleerd. Dus daar moest ingevallen worden. Beschermd.  Want regelmatig was er een vermoeden van. En dat is ook vermoeiend en angstig. 

Ik probeer er nu iets positiefs van te maken. Het voelt ook wat luchtiger nu. Want het was best leuk mijn mensen te zien in hun thuissituatie en eens mee te maken hoe het werkt op zo'n andere locatie.Nieuwe cliënten en collega's te leren kennen. Een totaal nieuwe situatie.

Maar ik kneep hem wel. Dat bovenal. Bang voor besmetting,  vooral bang om mijn familie aan te steken.


Maar nu die bonus! Ik heb geld genoeg, en normaliter delen we alles. Maar deze is voor 1 keer voor mij alleen. Ik mag van mezelf hem helemaal verbrassen aan onbenullige,  onnodige en totaal overbodige dingen.

En alleen al fantaseren erover maakt me gelukkig.

Dat ene fluwelen zachte feestjurkje van King Louie met bloemen in mosgroen en scharlaken rood of die idioot dure keukenmachine van Kitchenaid (mosgroen hebben ze niet),  of een prachtige wild gouden ringetje van Nadine Kieft met piepklein robijntje ( ik ga hem nu zelf smeden met drie vriendinnen,  leuker en goedkoper),  allemaal nieuwe tubes olieverf in warme kleuren en fijne chique penselen met goede punten,  veel flesjes weleda rozenolie voor in bad, heel veel Dahliabollen (die ik niet meer kwijt kan in de tuin),  een nieuwe museumkaart! (ga ik echt doen). Die schapewollen kerststal van Dille & Kamille (echt overbodig). Mooie oude Lp' s van Ella Fitzgerald & Bach voor op zolder. En natuurlijk een niet-chique dineetje met Peter. En, okay, iets voor op de boot (geen idee wat).

Kortom, ik droom nog wat door. Er staat nog 900 op een speciale rekening. 

Ik vrees dat ik het nooit op krijg.

Maar ik heb het lekker wel!



woensdag 18 november 2020

Wild

Dat ik hier in het mooiste stuk natuur van Nederland woon kan geen toeval zijn.
Het bos van de dansende bomen, het Solse gat, oerbos Groevenbeek, de wolkenluchten boven het Wolderwijd.
Het is hier prachtig.
Ook tijdens mijn wekelijkse ritje naar schilderles diep in de veluwe bossen voel ik mij altijd een bevoorrecht mens.
Wat ik daar al niet ben tegengekomen. Mede dankzij de scherpe blik van mijn schildercollega Margreeth.
Foeragerende zwijnen met jongen, tientallen herten, overstekend of behoedzaam wachtend in het bos. Laag fladderende uilen, rennende muizen en vorig jaar als hoogtepunt in mijn wildleven, een hele echte wolf!
Ik ben zo blij dat we samen waren anders had ik mijzelf niet geloofd.
Hij stond rustig langs de kant van het weggetje. Alsof het doodnormaal was.
En dat moet het ook zijn.
Maar ik was nog dagen van slag.

Toen ik Peter leerde kennen was ik 19 en waren we beiden erg geïnteresseerd in de natuur. Vooral roofvogels en m.n. uilen. Avonden lang waren we aan het luisteren bij het Roode koper en contreien. Naar roepende, sissende en lonkende uilen.
We leerden Co kennen die ons op sleeptouw nam door polder en bos en ons vooral eerst leerde luisteren. We werden lid van de vogelclub en hadden regelmatig wild(e) excursies.
Van nachtzwaluw tot rugstreeppad. Wij hebben ze gehoord en gezien.
Zaten dagen te kleumen in de polder met onze voeten in een vuilniszak en gluhwein in de thermoskan tegen de vrieskou omdat er een zeearend was gesignaleerd.
We gingen zelfs 2 keer op vakantie naar Muritz in Oost Duitsland in de oude rode polo van Petra om ze te zoeken. 1 heel hoog in de lucht gezien. Magere oogst.
Jaren terug na heel veel koude wachturen in de observatiehut bij Harderbroek zag ik hem samen met Pjotr ein-de-lijk heel dichtbij langsvliegen met die prachtige trage vleugelslag en majestueuze okergele haaksnavel.
Ja, hier spreekt een liefhebber ;-)

Recentelijk nog kreeg ik een prachtige tip. Heel vlakbij mijn huis zat een paartje steenuiltjes met jongen in een grote groene lindeboom. Ik heb er nog een stijve nek van. Wat mooi.
En daar redelijk dichtbij, op een oude schuur, wel 2 paartjes met jongen.
Ik was er niet weg te slaan.
Toen ik vroeger naar mijn werk fietste deed ik daar zeker 3 keer zo lang over omdat ik elke vogel wilde determineren.
We hebben ook nog eens de groenste tuin van de buurt en dat is ook geen toeval.
Winterkoningen, putters, heggemusjes,  koolmezen, pimpelmezen staartmezen en zelfs een enkel goudhaantje.
Ik hoor ze en met wat geluk zie ik ze.
Op mijn werk 'moet' ik met mijn rug naar t raam vergaderen want ook daar allerlei moois aan vogels. Weer hele andere dan thuis.

Het is een kleine,  vrij onschuldige tic.
De natuur.




zondag 15 november 2020

De Som




Herfst was altijd de mooiste tijd van het jaar. De geuren en kleuren. De storm, de kletterende regens, de verse pepernoten, onvindbare vliegenzwammen. Het gloren naar sinterklaas en kerst. Stiekem te vroeg de adventssterren ophangen....

Maar nu is het anders.
Deze hele tijd voelt zwaar en verdrietig.
Deze sinterklaasavond is het 2 jaar geleden dat ma...
Omdat ik er maar geen vrede mee kreeg en het pijnlijk bleef, zelfs in mijn lijf, heb ik hulp gezocht.
Ik dacht dat ik het zelf kon. Rouwen. 
Maar het lukte niet. Ik kon er niet over praten. 
Wel schrijven, maar het hielp me niks. Ik kreeg het niet op orde.

Ik had een stoffige, oudere, pijprokende man in een kantoor met een krakende vloer en wand vol boekenkasten om zich heen met een fluwelen sofa bedacht, maar ik kreeg een jonge vrouw, lopend op sokken met een wilde knot en hele grote oorbellen in een gymzaal. Ik vond het idioot.

Maar ze heeft me geholpen met het leren praten zonder te huilen en alles te doorleven. En maar praten en praten en brieven schrijven aan iedereen die er mijns inziens toe deed. 
En dan zelf kiezen of ik ze op wilde sturen. Maar soms was dat al niet meer nodig.
Ze hielp me in 2 maanden van mijn grootste verdriet  af. 
En we aten blij een taartje als afsluiting. 
En ik voelde me sterk en dankbaar.

Dat gevoel is nu weer wat aan het wegebben. Dat is spijtig.
Maar dat hele sinterklaasfeest zit zo aan mijn moeder vast.
Het was haar favoriete feest. En het werd haar dood. Dat valt niet te rijmen.
Intussen is Emma op zichzelf gaan wonen. En ik voel hoe alles verandert. 
Een mooie transitie. 
Hoe ik een moeder wordt zoals mijn moeder de mijne was. 
Een tasje in de gang met spulletjes voor haar. Speciale dingen in huis halen. "Ga lekker in bad kind". Drie generaties badliggers ;-)
We doen leuke dingen samen en ik zit op de plek van ma in de auto en wil ook alles betalen, wat dan ook weer niet mag. 
Mijn moeder is in mij.
En dat is eigenlijk heel mooi.

Ik ga als vanouds genieten van deze maanden. Die surprise en gedicht worden mooier dan ooit.
Alles komt goed.




zaterdag 27 juni 2020

On y va


Zomaar heel per ongeluk kwam P. hem tegen.
Eigenlijk wilden we met een oude Franse camperbus op pad, maar liepen tegen allerlei absurde regels aan.
Dit had zo moeten wezen, een mosgroene totaal gereviseerde Russische bus uit 1965.
Daar gebruiken ze hem nog steeds als brandweer, ambulance en/of schoolbus. Maar hier in Nederland nog maar net geïmporteerd en omgebouwd.
'Buchanka' ook wel broodje in het Russisch.
Op de bonnefooi via provinciale wegen (route nationale)  de Franse kust afzakken. Elke avond op een ander plekje met een wijntje en een vers stokbroodje de ondergaande zon in de zee zien zakken.
Wel een stuk minder luxe dan onze 'de Waard'. Maar allez!
Toen kwam ineens de Coronacrisis en afzeggen was geen optie voor ons.
Dus had ik al een mooie route langs de kust van Groningen bedacht.
Van Statenzijl via Hongerige wolf naar Nooitgedacht.
Eigen land is ook prachtig.
Zo pepten we elkaar op.

Toen kwam het nieuws dat de grenzen openingen. En ook erg belangrijk, het sanitair ging open.
En vonden we Groningen ineens bespottelijk.
En gaan we denkelijk toch voor de Franse ondergaande zon.
Of het wijs is?
We hebben nog 3 weken bedenktijd. ;-)



https://steelwheels.nl/

zondag 21 juni 2020

Tobben









Het is vaderdag.
Van een lieve neef die rond deze dag aan me denkt kreeg ik een mooie tekst. Al een paar dagen geleden.
De laatste jaren zette ik het trieste bekroonde filmpje van Dudok  de Wit over de vrouw wiens vader is verdwenen, op social media.
Het vertelde exact waar ik mee worstelde.
Niet wetende of hij een warme stem had, of welke kleur ogen, dezelfde grappen of mankementen. Ik tobde en worstelde er mijn halve leven mee. En zocht in alle hoeken en kieren.
Overigens zonder mijn moeder er mee lastig te vallen. Want haar wilde ik niet kwetsen.
Nu zij dood is valt de vaderdag me nog zwaarder. Ik vind mezelf reuzetriest.
Geen vader en geen moeder.
Een sneue wees.
En iedereen die klaagt over nog levende vaders en moeders en de  futiliteiten daaromheen wordt genadeloos afgeserveerd.
Want ze hebben ze nog of hadden ze in iedergeval.
Ik heb besloten niet meer triest te zijn om mijn vader. Mijn moeder was moeder en vader tegelijk.
En dan nog beter.
Het is zinloos om er nu nog over te treuren.
Van Peters vader kreeg ik vandaag 3 tasjes vol met bloemen.

En ik las bij iemand;
'geluk is een boeket bloemen maken van de bloemen die je nog wél hebt'

Ik ga plukken.

zaterdag 6 juni 2020

Dormir dormir



Vroeger was de nacht mijn vriend.
Sinds een paar jaar mijn vijand.
Al ga ik doodmoe naar bed, na een uur ben ik weer wakker.
Blijven liggen moet ik.
Leuke dingen denken.
Voor het slapen gaan sprenkel ik lavendelolie en lees een boek of kijk een halve aflevering van Grey 's anatomy, ja dat doet Corona met mij.
En vaste tijden. Tien uur naar boven. Elf uur slapen.
Nou ja, voor kort dan.
Soms als het echt niet lukt sluip ik naar beneden en smeer een beschuitje.
Ik kijk naar buiten en zie in de maneschijn een pad op het gras.
Zit even op mijn stoel, half portje.
En dan weer naar boven.
Terug in het zachte koele dons.
Heerlijk.
Maar slapen, ho maar.
Ja, steeds voor kort. In etappes.
'Goddank weer een klein uurtje verder'. Als ik de vogels hoor zingen, zo rond 5 uur ben ik blij dat de nacht bijna om is.
Slaappillen heb ik. 10 in een doosje voor noodgevallen.  Maar ik durfde nooit.
Bang voor verslaving of nachtmerries.
Of hallucinaties.
Ja, ga nooit bijsluiters lezen.
Enfin, deze week had ik het zomaar heel  druk en stress en triestigheid en deed weer geen oog dicht.
De pilletjes leken vriendelijk en klein.
Mijn wanhoop groot.
Heel luchtig nam ik er een.
Keek nog een halfje Greys, en werd moe.
Ineens was ik in een kaleidoscopische waan beland. Het was prachtig, niet eng.
Omringd door kleine prisma s in de kleuren rood, zwart,  blauw en wit. Heel mal.
De zwarte handen van Dr. Burke, die in een blauwe chirurgenjas bloedig aan het opereren was!
Om half 8 werd ik wakker.
Ongelooflijk lang aan een stuk geslapen.
Maar beroerd, misselijk, sloom en duizelig.
Na een halve dag was het over.

Voor mijn geen slaappil meer.



zondag 3 mei 2020

Mooi



Er zitten voor het eerst jonge pimpelmezen in het nestkastje bij haar boom naast haar graf.
Bijna anderhalf jaar is het nu.
Morgen dodenherdenking.
Elk jaar ging ik,  of later Emma naar haar toe en zaten we samen op de bank te wenen bij de tv met een vreemde slagroomsoes alvast voor bevrijdingsdag.
Zij ging, zolang het kon, met haar broer Jan  naar de graven van haar ouders en broers in Assen.
Die moesten er mooi uitzien.
Want ook daar was er elk jaar een eredienst voor verzetshelden en oorlogsslachtoffers.
Toevallig ligt zij nu aan de rand van het ereveld.
Dus ook daar zou normaliter  een eredienst zijn en een droevig dweilorkest spelen.
Mooi moet het wezen dus.
En dat is het.
Het is een waar 'hemeltuintje'.
Met in het midden de roze wilde hyacinten uit Burgh Haamstede die oom Jan ooit voor haar meenam en ik weer uit haar tuin groef en op haar graf zette.
En verder bloeiende vergeetmenieten, maagdenpalm, bosviooltjes, blauwe druifjes in een bed van wilde Klimop. Een klein roestig hartvormig drinkbakje voor de vogels en een lantaarntje. Bankje erbij.
En net toen ik haar steen aan het poetsen was met warm groenezeepwater hoorde ik de jnge vogels piepen.
Wat een cadeau!

Ze is niet echt weg.
Ze is in mij en mijn kinderen.
Hoe vaak ik niet denk, dit is ze.
Als ik met te veel bloemen in mijn auto thuiskom, als ik loop te zingen in huis, als ik enorm overdrijf of eindeloos filosofeer.
Als ik een toastje met boursin smeer. Als ik overgevoelig ben. Als ik een zakdoek in mijn stoel prop. Als ik fantaseer, als ik kaarsen brand, als ik lief ben of kwaadaardige grappen maak. Als ik geniet van mijn berk en als ik dankbaar ben en dat te vaak benoem.

En als ik geniet!  Van alles wat een ander niet ziet.





zaterdag 18 april 2020

Himmelhoch jauchzend - zu tode betrübt.



Ineens ben ik het zat.
Na een hele positieve maand ben ik er klaar mee.
Thuis heb ik geen privacy.
Ben enorm van slag omdat Peter de hele dag in de studeerkamer zit te conference-callen en ingewikkelde formules hardop zit te mompelen. De lunch samen wordt ook steeds minder gezellig omdat alles gezegd is en hij drukker is met de buxusrupsen dan met mij.
Daarnaast voel ik mij op mijn vrije dagen nu verplicht om heel uitsloverig huishoudelijk werk te doen. Terwijl ik normaliter veel vaker een boek lees of aan het lanterfanten ben. Dat voelt nu reuze bezwaard terwijl hij boven zit te werken.
De kinderen gedragen zich wonderwel erg goed. Dat scheelt enorm.
En ik werk nog drie dagen.
G e l u k k i g.
Mijn 'eigen' keramiekatelier is tijdelijk gesloten. Ik val samen met mijn stagair in bij een woonlocatie waar ziekte is. Best leuk, maar stukken minder creatief,  uitdagend en vertrouwd.
Ik mis mijn eigen collega's.
En ik ben zelfs thuis aan het keramieken omdat ik dat ook mis.
De sportschool is dicht en ik zou al 3 weken langs het zeepad gaan lopen, maar geen zin.
Er ligt een grote stapel boeken te lezen, geen puf.
Dozen vol met foto's,  brieven, kaarten en knipsels van ma om uit te zoeken.
Ik kan het niet.
Drie halve schilderdoeken. Ik kom geen haar verder.

En dan lees ik die prachtige tekst van Arundhati Roy door.
Daar word ik dan weer door gesterkt.
Even.
En voel ik mij meer ontspannen dan ooit.
Maar tegelijkertijd doodmoe.
En het kan nog heel lang duren roept een ieder.
En ja, ik weet dat ik niet mag klagen.
Dat het ernstig is.
En dus denk ik maar om.
En geniet, van de nestelende heggemusjes, de hommels bij de bloesem, de snorrende kikker.

Alles zal goedkomen.


vrijdag 3 april 2020

Bloesemsneeuw



In tijden van Corona probeer ook ik er maar het beste ervan te maken.
Thuis is het, boven verwachting, meestal gezellig.  We lunchen als het even kan buiten voor het huis in het zonnetje en drinken thee bij de kippen ( we volgen de zon).
We spelen ineens kolonisten met zijn vieren, al wordt de sfeer wel wat grimmiger. Sommige mensen willen perse winnen.
Drinken zomaar doordeweeks limoncello.
We slapen een beetje uit.
Ik schilder vrolijk halve doeken tot ik niet verder kan. Les gaat immers niet door.
De tuin is tiptop op orde.
Ik heb tijd voor het zoeken naar recepten van veganistische petit fours.
Ik maak gerecyclede duurzame broodzakjes. Repareer de naaimachine zelf. (is nu echt kapot).
Ik hou bergen geld over omdat ik niet naar een kwekerij en of winkel kan.
Ik geniet nóg meer van de tuin, hommels nestelende merels en heggemusjes.
En van de bloesemsneeuw.
Werken doe ik tijdelijk op een woonlocatie alwaar ik mijn cliënten in pantoffels op hun luie stoel met een puzzelboekje aantref.
Dat is andere koek dan in strak regime op het werk.

Over de ruzies over veganistische boter, hagelslag etc hebben we het niet.
En dat ik  niet heel hard mijn Requiems
en Passions kan draaien ook niet.

Het is zoals het is en alles zal goedkomen.


maandag 30 maart 2020

Jarig




Morgen zou ze 86 zijn geworden.
Deze tijd ademt haar verjaardag.
Er zijn bosanemonen, hortensia s, blauwe druifjes, bosviooltjes.
En paaseitjes.
De grote vraag was altijd, ' kunnen we buiten zitten met de middagvisite'.
Is het warm genoeg?
Meestal wel.
En dan moest met donder en geweld de hele tuinset geboend.
In ruim 1 week waren haar moeder, ik, Peter en zij jarig. Bijzonder.
Nu ontbreekt ze.
Heel erg.

Het begint al wat te wennen na 1 jaar en  bijna 4 maanden.
Ik heb zo vaak gedacht aan de woorden van een vriendin na de dood van haar moeder. 'Het duurde wel zeker anderhalf jaar voordat ik het een beetje los kon laten'.
Dat gaf me eerst troost ( 'ooh ik heb nog even' ) en nu denk ik, 'onmogelijk,  ik ben er nog lang niet'.
Het maakt uiteindelijk niet uit.
Meestal gaat het goed,  en soms even helemaal niet.

De laatste jaren logeerde ik bij haar met haar verjaardag. Dan zette ze naast mijn bed op de logeerkamer een bos bloemen, iets van chocolaatjes en wat te lezen neer.
Ik maakte op mijn beurt het ontbijt met een eitje en verse croissants en hing de slingers op.
Gilbert o Sullivan of de Johannes Passion uit de boxen

Ik zag Dirk de wachter, mijn favoriete Vlaamse psycholoog, herhaaldelijk vertellen dat je ook je on-geluk mag, zelfs moet, benoemen.
En al is er zoveel om oprecht dankbaar voor te zijn.
Ik ben gewond.
Zo voelt het.
Zo zie ik er uit.
Ik ben niet meer mijzelf.
Althans mezelf zoals ik was voordat....

En het overkomt iedereen op een dag.
Maar mijn moeder en ik...
Dat was een heel speciaal verhaal.
Ik ben dankbaar voor alles wat ik heb 'geërfd' van haar.
Ik zie haar regelmatig terug in mijn kinderen en in mijzelf.
De liefde voor flora en fauna, het impulsieve,  creatieve en het lieve.
Dat is mooi.
Zo blijft ze bij me.

Maar och, wat wordt ze gemist.







dinsdag 3 maart 2020

Zoef







Met veel gezucht, gemok en gemor en zelfs ook vurig geruzie mijnerzijds kwam hij er dan toch.
Niet mosgroen en geen stationwagon. Geen mooie organische Snoek, geen oude Volvostation.
Maar een Tesla. Het was drie tegen een.
Het enige positieve voor mij was het milieuaspect, de duurzaamheid.
En stukken voordeliger in de lease.
Het bleef slikken, dat lelijke zwarte gevaarte op de oprit. En voor de honden en de gigantische 'de Waard' tent  was amper plek.
Maar die drie blije duurzame hoofden van de rest verzachtten de pijn wel iets.
Tot de dag dat ik er, erg tegen mijn zin,  ook maar eens in moest leren rijden.
Het is een automaat. Alleen al dat vond ik enorm lastig. En dan die enorme voorkant en achterkant. Inparkeren werd nog rampzaliger dan het al was.
Maar, eerlijk is eerlijk. Wat is het fijn rijden in die auto.
Als een zweefvliegtuig zoef je over de weg.
Heel hard voor dat je er erg in hebt ( ja, weg duurzaamheid ).
En die vorsende jaloerse blikken bij het stoplicht zijn bijna gênant.
Net zoals de zoveelste poging van een andere snelle auto om je proberen bij te benen.
Dat is nog niemand gelukt natuurlijk.
Want  lichtelijk beschaamd geef ik toe dat ik een waarlijk monster op de weg ben geworden in dat ding.
Accelereren ( 0 tot 100 km in 4,6 seconden) doe ik als de beste en snelste.
Nie-mand gaat mij voorbij!

Ik durf met de hand op mijn hart te zeggen dat ongetwijfeld dankzij die geluidloze motor,  en gelukkig met kroongetuige Margreeth ernaast, wij onze eerste wilde wolf spotten in het Leuvenumse bos!
En dat is nog wel het mooiste aan die Tesla.










zondag 16 februari 2020

Runners high



Al die keren dat ik buiten het hardlopen probeerde op te pakken met of zonder de beruchte Vlaamse Evy 'ik ben fier op u' rencoach, is het me nooit gelukt.
De legendarische 'runners high' kreeg ik nimmer.
Nu was ik ook te erg afgeleid in het bos. Zwijnen, herten, bijzonder mooi mos op een oude tak, kevers die gered moesten worden, bijzondere elvenbankjes en verzin het maar.
Het lukte niet.
Vorig jaar november besloten Marian en ik samen eens naar een sportschool te gaan. Onze families hadden al een abonnementje dus we konden gratis voor niks.
We zagen er alleen wat tegen op.
Maar enkel zo'n stretchen outfit doet voor mij persoonlijk al wonderen.
Het zit zalig.
Bij wijze van spreken heb ik dan mijn eerste kilometer al gelopen.
Het was een wat rommelig begin, want we wisten van niks. Al werden we uiterst vriendelijk, bijna opdringerig vaak, geholpen door vooral behulpzame mannen.
Glimmerige krachtpatsers, tobberige huisvaders, springende acrobaten, dun, stevig,  zwaar.
Alles kom je tegen.
Uiteindelijk huurden we een persoonlijke trainer in die ons echt wegwijs maakte.
Dus tegenwoordig gaan we onze eigen gang. Aangepast aan onze persoonlijke behoefte.
No sweat, daar hou ik niet van. Ik loop tot ik het warm krijg. En dat is elke week verder weg. En steeds een tandje zwaarder.
Verbazingwekkend dat ik voorheen een loopband het meest stupide onnodige apparaat vond ooit.
Maar laat dat nu juist mijn grootste hobby zijn.
Heerlijk lopen, geen afleiding, met een speciaal 'hou vol' Spotifylijstje.
Ik loop op de muziek.
Dat gaat heerlijk.
En dat 2 vroege ochtenden per week.
Ik klop mezelf op de schouder!

De wonderen zijn de wereld nog niet uit.



woensdag 22 januari 2020

Clean




Heel vroeger werd mijn auto nog voor mij schoongemaakt. Zelf hoefde ik dat nooit te doen. 'Mannenwerk.'
Of Emma deed het. Uit schuldgevoel voor paardenmest, klei en hooi.
Maar sinds de Holy Tesla er is kan ik het zelf wel doen vinden ze. Want ze zijn te druk met de Tesla spic en span te houden.
Dus eens in de zoveel tijd, als ik de kleur van mijn auto niet meer kan herkennen en de matjes zijn grijs van de modder zijn dan moet ik.
Met lood in mijn schoenen.
Met emmertje en spons op straat is nog erger. Dus ik ga.
Maar ik vind het vreselijk.
Eerst al die richel fatsoenlijk oprijden. 'in zijn vrij mevrouw '.
Die totale overgave is zo lastig.
Motor aan, niet remmen, niet schakelen.  Dan omgeven door dik wit schuim alsof je in een gruwelijke lawine terecht ben gekomen. Natuurlijk klappen daarna de spiegels altijd om maar je raampje mag niet open.
Daarna die grote zwiepende zwaaiende rode lappen.
Die nemen mijn spiegels bijna mee.
Denk ik dan.
En dan de genadeklap,  die droger.
 'Niet remmen' staat er groot boven.
Omdat schijnbaar iedereen gelukkig denkt dat je voorruit verbrijzeld wordt.
In die lollige selfie spiegel zie ik dan mijn eigen groene angstige gezicht.
Daarna stofzuigen.  Dan is niet eng maar stomvervelend. Altijd is die slang te kort.
Al-tijd stofzuig ik dingen op die niet moeten.
Sjaals, kettingkjes mijn haar.
Zouden ze een bak hebben met al die souvenirs? Ik durf er niet naar toe.

Maar het is weer gebeurd.
Hij staat chocoladebruin te shinen voor de deur.
Voor zeker 3 maanden.


maandag 13 januari 2020

Où est l'hôpital



Tussen alle expositiestress bemerkte ik ineens dat 1 van de 2 kippen, de mijne, Soof ziek leek.
Donderdag sprintte ze nog door de tuin en zelfs voor het huis zag ik de crocusbolletjes vliegen. Topfit.
Maar nu zat ze met hele bolle veertjes, totaal moedeloos,  niet etende, niet drinkende in een hoekje.
En sterker nog. Ze sjokte in die toestand ook nog achter haar vriendin Rosa aan.
Die gewoon haar wilde sloperige zelf was en groef en sloopte door de tuin.
En Soof stond ernaast. Doodstil.
Aandoenlijk hoe ze steeds de nabijheid van Rosa zocht.
Ik hoopte dat ze 's nachts wat op zou knappen en weer trek kreeg.
Ik sliep er slecht van en wist 's ochtends niet hoe snel ik moest kijken.
De toestand leek weinig verbeterd.
Al paniekerig belde ik zondagochtendvroeg 2 dierenartsen in deze buurt.
Maar in het weekend was er geen pluimvee-deskundige aanwezig.
Sowieso hadden ze weinig kennis van kippen. Waar ik nu nog boos over ben.
Een kip is een dier toch.Noem je dan geen dierenarts. Zorg dat je deskundig bent.
Enfin.
Toen ging ik op zoek naar het adres van de fokker waar ik ze gekocht had in Hierden.
Het was inmiddels half negen zondagochtend. Soof was inmiddels op haar aller troosteloost.
En ik inmiddels ook.
Goddank schreef de fokker meteen terug. Ik moest foto's sturen van alle kanten van de kip en zelfs van zijn darminhoud.
Gelukkig was haar krop goed vol, haar kammetje rood  en liep ze nog. Dat scheelde behoorlijk.
Hij had goede tips, vitamine in haar water, yoghurt met brood voeren en extra verwennen.
"App nog even hoe het s middags is" typte hij nog.
Ik ben er druk mee geweest.
Turend achter het keukenraam zag ik haar in de middag wat opknappen.
Lichtelijk optimistisch ging ik naar bed.
's Ochtends vroeg  Appte Emma, 'Soof leeft nog'
Om negen uur naar Welkoop voor nog meer snoep.
Vanmiddag rende ze als vanouds weer door de tuin. Slopend en wel.

Denk hieraan als je een kippenpootje eet.
Kippen zijn om van te houden, niet om te eten.